The store will not work correctly when cookies are disabled.
Begin november zullen we onze systemen bijwerken. Alle bestellingen die tussen 9 oktober en 4 november geplaatst worden, zullen na 4 november worden uitgeleverd
In 2014 is de Bayley-III-NL (Van Baar, Steenis & Verhoeven) verschenen, met de daarbij behorende vragenlijsten voor het bepalen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en het adaptief gedrag. Na het verschijnen kwam al spoedig de vraag waarom er voor de Bayley-III-NL hoofdschalen wel ontwikkelingsleeftijdsequivalentenscores (OLE-scores) verkrijgbaar zijn en voor de vragenlijsten niet. In deze whitepaper wordt antwoord gegeven op die vraag en wordt een alternatief geboden om de sociaal-emotionele ontwikkeling en het adaptief gedrag van het kind weer te geven. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de p90-waarden. Deze p90-waarden staan in deze whitepaper.
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Third Edition-NL (Bayley-III-NL), de opvolger van de BSID-II-NL, is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen en om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te identificeren.De Bayley-4-NL Motoriekschaal is officieel gelanceerd! Lees Meer .mgz-element.n6mfrn3 .mgz-link{color:#ffffff;background-color:#003057;}.mgz-element.n6mfrn3 .mgz-link{color:#ffffff;background-color:#003057;}
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Third Edition-Nederlandstalige bewerking (Bayley-III-NL), opvolger van de BSID-II-NL, is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen en om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te identificeren.De Bayley-4-NL is officieel gelanceerd! Lees Meer .mgz-element.u30pcwf .mgz-link{color:#ffffff;background-color:#003057;}.mgz-element.u30pcwf .mgz-link{color:#ffffff;background-color:#003057;}
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Third Edition-Nederlandse versie Special Needs Addition (Bayley-III-NL-SNA) is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen, specifiek bij kinderen met een communicatieve, fijnmotorische of visuele beperking. De Bayley-III-NL is de opvolger van de BSID-II-NL.
Meet receptieve woordenschat en expressieve woordenschat en woordvinding bij kinderen en jongeren van 2;0 - 18;11 jaar. .m2s3aje .mgz-block-heading-line:before{height:1px;background-color:#cecece;}
De FAT-R meet de vaardigheid van kinderen om gesproken woorden in fonemen te kunnen analyseren. Dit zogeheten fonemisch bewustzijn wordt gezien als een van de voorwaarden om te kunnen leren lezen en spellen.
De Emotional Quotient Inventory 2.0 (EQ-i 2.0) meet de emotionele intelligentie van een individu, met een wetenschappelijke basis. Een complete ervaring met een nieuw en intuïtief model en aanpasbare rapporten.
De Lexilijst Nederlands (2002) is een lijst met woorden en zinnetjes die in de taal van jonge Nederlandse kinderen voorkomen. De lijst is bedoeld om bij kinderen van 15-27 maanden na te gaan of zij zich ontwikkelen overeenkomstig leeftijdgenootjes op het gebied van de taalverwerving.
De WPPSI-IV-NL is een individueel af te nemen, klinisch instrument, bedoeld voor het in kaart brengen van het intelligentieniveau bij kinderen van 2 jaar en 6 maanden tot en met 6 jaar en 11 maanden (2:6-6:11).
De D-KEFS is een neuropsychologische testbatterij om executief functioneren in kaart te brengen. De D-KEFS bestaat uit de volgende tests: Trail Making Test, Tower Test, Design Fluency Test, Color Word Interference Test en de Twenty Questions test.
Non verbale Wechsler IQ test voor kinderen en adolescenten van 4 tot en met 21 jaar, speciaal ontwikkeld voor kinderen met communicatieve beperkingen en kinderen met een migratieachtergrond.
De WAIS-IV-NL is een individueel toepasbaar klinisch instrument waarmee het intellectuele vermogen van adolescenten en volwassenen tussen de 16:0 en 84:11 jaar kan worden bepaald.
Vineland-3-NL brengt adaptief gedrag in kaart op de kerndomeinen Communicatie, Dagelijkse vaardigheden en Sociale vaardigheden en relaties. Naast de drie kerndomeinen, zijn er nog twee optionele domeinen die afgenomen kunnen worden; Motoriek en Probleemgedrag.
De PPVT-III-NL is een wereldwijd bekend instrument om de receptieve kennis van de woordenschat te testen, door het meten van het begrip van gesproken woorden. De PPVT-III-NL is door zijn grote leeftijdsbereik en door het feit dat de proefpersoon niet zelf hoeft te spreken, geschikt voor een grote diversiteit aan groepen.
Meet het taalbegrip van kinderen van 15 -25 maanden en is eenvoudig en snel te scoren. Belangrijke mededeling: deze test en de bijbehorende onderdelen worden alleen nog verkocht aan bestaande afnemers.
De UCL-R is de herziene editie en meet copinggedrag, oftewel de manier waarop iemand omgaat met problemen of stressvolle gebeurtenissen. De UCL is in te zetten bij personen van 14 t/m 68 jaar.
Geschikt voor adolescenten en volwassenen met een matige verstandelijke handicap tot en met licht zwakbegaafd niveau. De SRZ-P meet de sociale redzaamheid bij verstandelijk gehandicapten met een matige verstandelijke handicap tot en met licht zwakbegaafd niveau.Dit testmateriaal bevat elementen die niet meer actueel of niet volledig representatief zijn, zoals ouderwetse afbeeldingen, uitdrukkingen of taalgebruik. Wij vragen u als testgebruiker om hiermee rekening te houden bij de afname en inteprretatie van de test, afhankelijk van de doelgroep waarbij de test wordt ingezet.
De SRZ/SRZ-I meet sociale redzaamheid en is geschikt voor verstandelijk gehandicapten van 4 t/m 18 jaar. Dit testmateriaal bevat elementen die niet meer actueel of niet volledig representatief zijn, zoals ouderwetse afbeeldingen, uitdrukkingen of taalgebruik. Wij vragen u als testgebruiker om hiermee rekening te houden bij de afname en inteprretatie van de test, afhankelijk van de doelgroep waarbij de test wordt ingezet.
Vroeg opsporen van dementie bij volwassenen met een verstandelijke beperking. Dementie is moeilijk vast te stellen bij mensen met een verstandelijke beperking. Met de DVZ is het mogelijk om dementie op te sporen in een vroeg stadium.Dit testmateriaal bevat elementen die niet meer actueel of niet volledig representatief zijn, zoals ouderwetse afbeeldingen, uitdrukkingen of taalgebruik. Wij vragen u als testgebruiker om hiermee rekening te houden bij de afname en inteprretatie van de test, afhankelijk van de doelgroep waarbij de test wordt ingezet.
De CBSK meet de zelfbeleving van een kind op 6 relevante levensgebieden. De test is geschikt voor kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar en is snel af te nemen (afnametijd 15-20 minuten).
Herziene test voor het meten van Prestatiemotivatie, Negatieve Faalangst, Positieve faalangst en Sociale Wenselijkheid van kinderen in groep 7/8 en klassen 1 t/m 3.
Detecteren van onderpresteren op geheugen- en concentratietests bij patiënten die geheugen- of concentratieproblemen zeggen te hebben, maar bij wie dat klinisch niet evident is.
De CAT-NL is bedoeld om uitgebreid taalvaardigheden te testen, om geassocieerde cognitieve stoornissen te screenen en om een beknopt beeld te geven van de handicap die een afasiepatiënt in het dagelijks leven ondervindt.
De RBMT-3-NL brengt via praktische taken de ernst en het verloop van geheugenproblemen in kaart bij patiënten met ernstige neurologische stoornissen, en vertaalt deze informatie concreet naar wat iemand wel en niet kan in het dagelijksleven.
Meet de technische leesvaardigheid bij kinderen in de leeftijd van 7 t/m 14 jaar (groep 3 tot en met 8 in het primair onderwijs, en de leerjaren 1 en 2 van het vervolgonderwijs). De Klepel-R beschikt over recente normen (2019). De normen (2019) van de EMT zijn verwerkt in de handleiding van de Klepel-R.
De BYI-2-NL bestaat uit vijf zelfrapportagevragenlijsten die afzonderlijk van elkaar of gecombineerd kunnen worden ingezet om de beleving van een kind of adolescent op de gebieden depressie, angst, boosheid, verstorend gedrag en zelfbeeld in kaart te brengen. De vragenlijsten zijn bedoeld als screeningsinstrument voor jongeren in de leeftijd van 7 tot 18 jaar.
Het in kaart brengen van het cognitief functioneren (IQ) van kinderen in de basisschoolleeftijd. Doelgroep Kinderen vanaf 4 tot en met 12,5 jaar. Het instrument kan voor de gehele basisschoolleeftijd ingezet worden en is speciaal geschikt voor kinderen met lagere cognitieve capaciteiten, omdat hij een bereik heeft tot een IQ van 40.
Met de VvGK6-16 kan worden nagegaan of en in welke mate symptomen van de gedragsstoornissen ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’ (ADHD), ‘Oppositional Defiant Disorder’ (ODD) en ‘Conduct Disorder’ (CD) bij een kind aanwezig zijn.
Voor het vaststellen van executieve functies, in het bijzonder het inhibitievermogen en cognitieve flexibiliteit bij kinderen en volwassenen van 8-89 jaar.
Meet de technische leesvaardigheid bij kinderen uit groep 4-8, de brugklas en de tweede klas. De nieuwe normen van de EMT zijn verwerkt in de handleiding van de Klepel-R. De scores op de EMT kunnen worden ingevuld op het scoreformulier van de Klepel-R.
De CCC-2-NL is een vragenlijst voor het verzamelen van informatie over de communicatieve vaardigheden van kinderen. Met deze test kunnen pragmatische stoornissen bij kinderen met communicatieproblemen geïdentificeerd worden en kan de test assisteren bij het identificeren van kinderen die voor een autisme spectrum stoornis (ASS) onderzocht moeten worden.
PEDI-CAT is een computergestuurde vragenlijst voor het in kaart brengen van het algemeen dagelijks functioneren van kinderen en jongeren (0-21 jaar) met een beperking. De vaardigheden worden in kaart gebracht binnen de volgende domeinen: Dagelijkse activiteiten, Mobiliteit, Sociaal/cognitief en Verantwoordelijkheid.
De Raven's is wereldwijd de meest gebruikte non-verbale intelligentietest om snel een beeld van de algemene intelligentie (g) te krijgen. De Raven's 2 is snel af te nemen en is zowel digitaal als op papier beschikbaar. De test heeft een leeftijdsbereik van 4:0 - 69:11 jaar en geeft een Geschaalde Score van 40-160.
Met de ADS-6 kan de kans op dementie vastgesteld of uitgesloten worden bij personen van 65 tot 94 jaar.Dit testmateriaal bevat elementen die niet meer actueel of niet volledig representatief zijn, zoals ouderwetse afbeeldingen, uitdrukkingen of taalgebruik. Wij vragen u als testgebruiker om hiermee rekening te houden bij de afname en interpretatie van de test, afhankelijk van de doelgroep waarbij de test wordt ingezet.
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Third Edition-Nederlandse versie (Bayley-III-NL) is de opvolger van de Bayley Scales of Infant Development-Second EditionNederlandse versie (BSID-II-NL). De test is geschikt om de vroegkinderlijke ontwikkeling te beoordelen van kinderen van 16 dagen tot en met 42 maanden en 15 dagen oud.
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Third Edition-Nederlandse versie (Bayley-III-NL; Bayley, 2014) is de opvolger van de Bayley Scales of Infant Development-Second EditionNederlandse versie (BSID-II-NL, 1993). De test is geschikt om de vroegkinderlijke ontwikkeling te beoordelen van kinderen van 16 dagen tot en met 42 maanden en 15 dagen oud.
In deze whitepaper worden enkele onderzoeken en resultaten besproken van het standaardisatie -onderzoek dat gedaan is voor de Bayley-III-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden de methode en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit zodat (aankomende) gebruikers van de Bayley-III-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de Bayley-III-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hier rekening mee kunnen houden.
"Hoe meer het emotionele welzijn wordt belast, hoe groter de kans dat latente problemen - zoals dyslexie of ADHD – de kop opsteken.” - Dr. André Rietman Lees het interview met Dr. André Rietman waar hij ingaat op het belang van het in kaart brengen van emotioneel welzijn op school, hoe omgevingsstimuli het gedrag van leerlingen in de klas kunnen beïnvloeden en hoe onderwijsprofessionals kinderen en jongeren kunnen ondersteunen bij emotionele problemen op school.
In het kader van het cognitieve onderzoek is het soms nodig om de prestaties op de verschillende cognitieve domeinen te analyseren. Bijvoorbeeld om de diagnose te kunnen stellen of om de mate van ernst vast te stellen. In deze gids vind je suggesties voor tests voor het in kaart brengen van executieve functies, verwerkingssnelheid en visueel-ruimtelijke vaardigheden. Drie gebieden waarvan is vastgesteld dat ze bijzonder belangrijk zijn bij de cognitieve ontwikkeling van kinderen.
Het beoordelen van het cognitief functioneren bij kinderen is een complex proces voor clinici . Verschillende stoornissen hebben dezelfde symptomen, omgevingsfactoren kunnen de interpretatie van testresultaten bemoeilijken of in sommige gevallen is er een gebrek aan geschikte tests. In dit artikel vind je informatie over veelvoorkomende uitdagingen waar psychologen mee te maken krijgen bij het meten van cognitieve vaardigheden en suggesties voor recente publicaties die ondersteuning kunnen bieden bij het diagnostisch onderzoek.
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de verschillende cognitieve functies worden er bij een NPO verschillende tests afgenomen. In dit artikel wordt specifiek ingegaan op de cognitieve functies geheugen en executief functioneren. Wat verstaan we precies onder het geheugen en wat onder het executief functioneren? Met welke instrumenten kun je deze cognitieve functies betrouwbaar in kaart brengen? En waarom is het belangrijk om het geheugen en het executief functioneren beide in kaart te brengen tijdens een NPO?
Internationaal is de Wechsler Memory Scale (WMS) een van de meest gebruikte geheugenbatterijen. De recentste versie, de Wechsler Memory Scale – Fourth Edition, is recent bewerkt en genormeerd voor het gebruik in Nederland: de Nederlandse Wechsler Memory Scale – Vierde Editie. In dit artikel beschrijven we de inhoud van de WMS-IV-NL, staan we stil bij het gebruik van verkorte versies en gaan we in op de interpretatie van deze uitgebreide geheugenbatterij.
De ZAREKI-R-NL is in te zetten door zowel leerkrachten, RT’ers, IB’ers als psychologen en (ortho)pedagogen. Deze verschillende disciplines zullen hem echter op een ander moment bij een leerling gaan inzetten en voor een ander doeleinde gebruiken. Ook de manier waarop zij om gaan met de resultaten zal anders zijn. In deze white paper wordt een voorzet gegeven van de wijze waarop elk van deze disciplines met het instrument aan de slag kan en hoe om gegaan kan worden met de resultaten. Verder zal aan het eind van deze white paper een casus besproken worden.
Alleen al in 2015 zijn er vele mensen uit diverse landen naar Nederland toe gekomen om oorlog te ontvluchten en hier onderdak en een betere toekomst te vinden. Het gaat hierbij onder andere om, deels niet-begeleide kinderen en jongeren die in het Nederlandse onderwijs geïntegreerd moeten worden en weer een normaal dagelijks leven moeten gaan leiden. Gezien deze situatie staan veel professionals voor een uitdaging: Hoe kan ik intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur meten? In deze white paper gaan we in op de vraag: Hoe kan intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur worden gemeten?
Sinds de komst van de DSM-5 is de definitie van een verstandelijke beperking ingrijpend veranderd. De IQ-cijfers zijn uit de criteria gehaald. De ernst van de verstandelijke beperking wordt nu vastgesteld op basis van de ernst van de problemen in het adaptief functioneren. Adaptieve tekortkomingen bepalen immers of en welke ondersteuning er nodig is. Een ander criterium voor een verstandelijke beperking is dat de problemen in de ontwikkelingsperiode ontstaan moeten zijn. Lees in dit artikel van Femke Jonker over het herkennen van een LVB in de forensische context.
De WAIS-IV-NL is een diagnostisch instrument dat veelal ingezet zal worden bij personen met een vermoeden van een klinische stoornis of beperking. Bij deze personen kan echter bepaalde problematiek spelen die de afname en de betrouwbaarheid van de WAIS-IV-NL beïnvloedt.
Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders, de een wat sneller dan de ander. Op jonge leeftijd is vaak moeilijk te zeggen of er al sprake is van een achterstand. Soms kan een kind al haar/zijn energie richten op het ontwikkelen van een bepaalde vaardigheid, zoals lopen of praten, wat dan even ten koste gaat van de ontwikkeling op een ander gebied. Een achterstand kan dan later weer worden ingehaald. Als er echter sprake is van ‘significante beperkingen in zowel intellectueel functioneren als in adaptieve vermogens’, en die beperkingen zijn vóór de leeftijd van 18 jaar ontstaan, spreken we van een verstandelijke beperking. In deze white paper neemt André Rietman ons mee in de uitdagingen in de diagnostiek van een ontwikkelingsachterstand bij kinderen en jongeren.
Er zijn reeds meerdere neurologische en psychiatrische complicaties als gevolg van COVID-19 gerapporteerd. Een overzicht van de klinische en epidemiologische literatuur toont de hoge frequentie (15 tot 80% van de gevallen, afhankelijk van het onderzoek), de grote variabiliteit van deze complicaties en het feit dat ze soms ruim zes maanden na herstel van de ziekte nog aanhouden. Deze complicaties kunnen invloed hebben op het geheugen, taal, executieve functies en aandacht. Een overzicht van de literatuur en aanbevelingen voor klinisch onderzoek.
In deze whitepaper focust Prof. Dr. Caroline Braet op meer dan 20 jaar ervaring in haar onderzoek naar depressieve klachten bij kind en jeugd en de consequenties hiervoor voor de diagnostiek. Daarbij besteedt ze vooral aandacht aan het getrapte model waarbij een screeningsfase vooraf gaat aan een ruimer diagnostisch onderzoek dat volgens de principes van handelingsgericht werken dient te verlopen. Alhoewel de prevalentie van depressie steeds meer toeneemt, zijn de symptomen niet steeds herkenbaar en wordt het syndroom helaas teveel onder-gediagnosticeerd. Meer aandacht voor screening van depressieve klachten en hier gepast advies aan koppelen is aangewezen.
De Vineland Adaptive Behavior Scales 3th Edition– Nederlandstalige bewerking (Vineland-3-NL) is een instrument om adaptief gedrag in kaart te brengen op de domeinen Communicatie, Dagelijkse Vaardigheden, Sociale Vaardigheden en Relaties, Motoriek en Probleemgedrag. De Vineland-3-NL (Sparrow, Cicchetti & Saulnier, 2021) bestaat uit verschillende vragenlijsten, is geschikt voor alle leeftijden en is beschikbaar in zowel een uitgebreide als verkorte versie. Het instrument is een Nederlandstalige bewerking van de Amerikaanse Vineland-3 en wordt uitgegeven met Amerikaanse normen. In deze whitepaper wordt uitgebreide informatie gegeven over de Vineland-3-NL.
Bij de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking worden regelmatig de vragenlijsten AVZ, DVZ, SGZ, SMZ, SRZ en TVZ gebruikt. Deze instrumenten zijn al behoorlijk verouderd. Een up-to-date alternatief voor deze vragenlijsten is de Vineland-3-NL Adaptive Behavior Scales 3th Edition – Nederlandstalige bewerking (Vineland-3-NL). De Vineland-3-NL brengt adaptief gedrag in kaart op de kerndomeinen Communicatie, Dagelijkse vaardigheden en Sociale vaardigheden en relaties. Naast de drie kerndomeinen zijn er nog twee optionele domeinen die afgenomen kunnen worden; Motoriek en Probleemgedrag. In deze whitepaper wordt op schaal- en itemniveau een vergelijking gemaakt tussen de verouderde instrumenten en de Vineland-3-NL.
In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WAIS-IV-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden het onderzoek en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit is gedaan opdat (aankomende) gebruikers van de WAIS-IV-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de WAIS-IV-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hiermee rekening kunnen houden. In de tekst worden ook enkele aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gevonden resultaten.
In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de CAT-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden het onderzoek en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit is gedaan zodat (aankomende) gebruikers van de CAT-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de CAT-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hier rekening mee kunnen houden. In de tekst worden ook enkele aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gevonden resultaten.
In deze whitepaper zal een uiteenzetting worden gegeven van de belangrijkste verschillen tussen de WISC-IIIINL en de WISC-V-NL. Aan de orde komen onder andere de structurele verschillen tussen beide testversies. Tevens worden belangrijke verschillen besproken in bijvoorbeeld de afnameprocedure en de subtestinhoud.
Om een beter inzicht te krijgen in de leeromstandigheden van kinderen en om hen adequate ondersteuning te kunnen bieden, wordt bij kinderen vaak onderzoek gedaan met gestandaardiseerde testinstrumenten. In dit artikel gaan we dieper in op wat de WISC-V hierin kan bijdragen. We bespreken ook de beperkingen van de WISC-V en waarom de test geen volledig beeld geeft van eventuele taalproblemen.
Dat de lockdown en de sluiting van de scholen invloed heeft gehad op kinderen en jongeren is duidelijk. Wetenschappers hebben al veel onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten op welzijn, schoolprestaties en kansenongelijkheid. Onderzoeker en universitair docent Bart Vogelaar geeft een overzicht van een aantal van deze onderzoeken.
Leren lezen is een van de belangrijkste doelen van het onderwijs. Vanaf jonge leeftijd kunnen echter al grote verschillen ontstaan in de leesontwikkeling van kinderen. Ongeveer 10% van alle leerlingen in het basisonderwijs heeft leesproblemen.
Er gaat in de praktijk van kinderpsychiater Lieve Swinnen geen dag voorbij zonder dat een ouder de opmerking maakt dat zoon- of dochterlief met smartphone en computer vergroeid lijkt. Net zoals je je kind leert zich op een veilige manier in het verkeer te bewegen – stap voor stap – kun je je kind leren omgaan met de digitale wereld. Dat doe je zo: voordoen, samen ontdekken, coachen en loslaten. Tien handvatten die je op weg helpen.
Voor elk psychologisch meetinstrument rijst de vraag in hoeverre het instrument bruikbaar is bij klinische doelgroepen. Voor welke doelgroep is het instrument geschikt en welke problemen komt men tegen bij het afnemen van het instrument bij een persoon met een stoornis of beperking. Kan het instrument bij hen op gestandaardiseerde wijze afgenomen worden en wat zeggen de resultaten over een individu met een specifieke problematiek?
Door de coronacrisis zijn veel behandelingen ‘in de kamer’ omgezet naar beeldbelcontacten. Elke behandelaar heeft daarmee afgelopen jaar gewild of ongewild de stap naar E-health gemaakt. Maar niet iedereen werd daar even blij van. Psychologe Bryony Meijer-Kok verkent de mogelijkheden op het gebied van E-health en bekijkt hoe dit een bijdrage kan leveren aan de GGZ in het algemeen en de jeugdGGZ in het bijzonder.
Een licht verstandelijke beperking (LVB) is in de praktijk moeilijk te herkennen. Aan het uiterlijk is meestal niets te zien en mensen met een LVB kunnen hun beperking (onbedoeld) maskeren. In deze white paper vertellen Femke Jonker en Robert Didden meer over het diagnosticeren van een licht verstandelijke beperking bij volwassenen.
De CAT-NL is een gestandaardiseerd instrument, dat door de logopedist / (klinisch) linguïst gebruikt kan worden bij de diagnostiek van afasie. In deze whitepaper worden aanvullende gegevens verstrekt voor: 1. het indelen van de ernst van de stoornis in drie categorieën (Ernstige, Matig-ernstige en Lichte afasie). 2. het beoordelen van significante verschillen tussen twee testafnames.
In dit whitepaper over de CAT-NL kunt u algemene informatie vinden over het instrument. Er wordt informatie gegeven over het doel van de test, bij wie de test ingezet kan worden en welke professionals de test kunnen afnemen. Daarnaast is er een beschrijving van de onderdelen van de CAT-NL en de bijbehorende subtests. Meer informatie over de subtests, gegevens van het Nederlands/Vlaamse onderzoek en interpretatie kunt u vinden in de handleiding van de CAT-NL.
In deze white paper worden aanvullende gegevens verstrekt voor het objectief scoren van gegeven responsen door personen met afasie. De inter- en intrabeoordelaars-betrouwbaarheid zal hierdoor toenemen. Hierin wordt voorzien door een tabel met scoringscriteria en een tabel met scoringsvoorbeelden van goede en foute antwoorden.
In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WISC-V-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden delen van het onderzoek en de resultaten van het betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek globaal besproken.
In deze whitepaper wordt eerst ingegaan op de mogelijkheid tot het afwijken van de gestandaardiseerde afname en het aanpassen ervan ten behoeve van gebruik bij cliënten met speciale behoeften. Vervolgens wordt specifiek ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van het inzetten van de WISC-V-NL bij cliënten met een taalprobleem.
Problemen met lezen en spellen zijn meestal de aanleiding om de FAT-R als test in te zetten. Een specifiek gebruiksdoel is dan ook om de (verklarende) diagnostiek van taal- en lees- en spellingstoornissen te ondersteunen, vooral bij (vermoedens van) dyslexie en comorbide stoornissen zoals de combinatie van SLI en dyslexie of ADHD en dyslexie. In deze white paper lees je meer over de psychometrische eigenschappen van de FAT-R
In juni 2015 is de FAT-R verschenen, de Fonemische Analyse Test – Herziene versie, door B.J.A. de Groot, K.P. van den Bos en B.F. van der Meulen. De FAT-R is de opvolger van de FAT uit 2010. In 2012 is besloten de FAT op een aantal belangrijke punten te herzien. Deze whitepaper geeft een overzicht van de veranderingen.
Ik schrijf dit artikel tijdens de zesde week van zelf-isolatie als gevolg van de COVID-19-pandemie. Hoe onze sociale wereld eruitziet op het moment dat u dit leest, kan ik niet voorspellen. Echter, ik kan wel met enige zekerheid zeggen dat u nog precies weet hoe u zich voelde tijdens de eerste weken van de pandemie.
In 2017 kwam uit een onderzoek van de Hogeschool Windesheim naar voren dat een kwart van de peuters en kleuters ruim drie uur achter een beeldscherm doorbrengt. Ondertussen zijn er, bijvoorbeeld door de WHO, richtlijnen geschreven over de hoeveelheid schermtijd voor kinderen. Ook waarschuwen consultatiebureau-, oog- en jeugdartsen voor bijziendheid bij kinderen door veel beeldschermgebruik. Minder bekend is echter het effect van veel beeldschermgebruik op de concentratie van kinderen.
Een negatief zelfbeeld kan leiden tot serieus leed, zoals depressie of een angststoornis. Om beter te begrijpen waarom een negatief zelfbeeld zo hardnekkig kan zijn heeft dr. Geert-Jan Will samen met collega’s van University College Londen gevoelens van eigenwaarde zichtbaar gemaakt in de hersenen. Kunnen we daarmee meten hoe zelfverzekerd iemand écht is? En psychische problemen beter behandelen?
LVB-problematiek is een complex geheel. Meerdere kind- en omgevingsfactoren spelen een rol in het ontstaan en het in stand houden van de problemen van een kind in het gezin en/of op school.
In 2012 is de RAKIT-2 op de markt gekomen, de herziene editie van de RAKIT. Naar deze herziene versie is een uitgebreid onderzoek gedaan: er is data verzameld om nieuwe normen te genereren en er is betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek gedaan. In deze white paper worden de resultaten van deze onderzoeken beschreven.
In oktober 2012 is de RAKIT-2 op de markt verschenen, een herziening van de RAKIT, de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test (Bleichrodt, Drenth, Zaal & Resing, 1984). In deze whitepaper worden de redenen om de test te herzien beschreven, evenals de wijzigingen ten opzichte van de oude RAKIT op subtest- en factorniveau. Ook indien u niet bekend bent met de oude RAKIT, biedt deze whitepaper een goed overzicht van de meetpretentie van de RAKIT-2 met de onderliggende subtests en factoren.
Na lang wachten is het bijna zover: de WPPSI-IV-NL staat op het punt om uitgegeven te worden. In de VS, waar de voor ons zo nieuwe test al een tijd wordt gebruikt, zijn ze echter al gevorderd met de ontwikkeling van de vijfde versie van de WPPSI. De conclusie dat Nederland achterloopt op het gebied van testontwikkeling in vergelijking met de VS is dan snel getrokken. Maar is dit ook echt zo? En hoe komt het dat het zo lang duurt voordat een nieuwe test in het Nederlands beschikbaar is? In dit artikel nemen we je mee in de wereld van testontwikkeling, en leggen we van begin tot eind uit hoe onze tests tot stand komen in samenwerking met experts uit het veld. Om het geheel concreet te maken gebruiken we de WPPSI-IV-NL als voorbeeld.
In dit technische rapport wordt de mogelijkheid besproken om naast de indexscores uit de handleiding van de WAIS-IV-NL een extra indexscore te berekenen op basis van de scores behaald op de WAIS-IV-NL. Dit is vooral interessant bij cliënten met ADHD, traumatisch hersenletsel of dementie. Bij deze cliënten kunnen moeilijkheden met werkgeheugen en verwerkingssnelheid resulteren in een lager TIQ dan bij personen zonder neuropsyschologische problemen en geeft het TIQ daarom mogelijk geen goede indicatie van hun algemeen cognitief functioneren.
De WPPSI-IV-NL heeft net als de WISC-V-NL naast de primaire indexen ook aanvullende indexen. Deze aanvullende indexen zijn toegevoegd om te gebruiken in specifieke praktische en klinische situaties. In dit white paper wordt uitgelegd welke aanvullende indexen er zijn en in welke situaties ze ingezet kunnen worden.
Ten behoeve van de COTAN-beoordeling is met betrekking tot een drietal psychometrische onderwerpen extra informatie aangeleverd, die niet in de handleiding is opgenomen. In deze paper worden deze gegevens ook voor WISC-V-NL gebruikers beschikbaar gemaakt.
Deze whitepaper over de Wechsler Memory Scale - Vierde editie - Nederlandstalige uitgave is opgezet om een globaal beeld te geven van het instrument. Naast deze globaal beschrijvende whitepaper zijn er nog meer whitepapers, onder andere over de psychometrische kenmerken van de WMS-IV-NL.
Internationaal is de Wechsler Memory Scale (WMS) een van de meest gebruikte tests om het geheugen van patiënten met neurologische en psychiatrische aandoeningen te onderzoeken. In deze paper wordt nader ingegaan op de verschillende geheugencomponenten die met de WMS-IV-NL gemeten worden, de wijze waarop het geheugenprofiel geanalyseerd en geïnterpreteerd wordt en de toepassingsmogelijkheden bij verschillende klinische groepen.
In deze white paper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WMS-IV-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden het onderzoek en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit is gedaan, zodat (aankomende) gebruikers van de WMS-IV-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de WMS-IV-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hier rekening mee kunnen houden. In de tekst worden ook enkele aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gevonden resultaten.
De ZAREKI-R-NL is een screenend instrument waarmee signalerend onderzoek kan worden gedaan naar vragen omtrent rekenproblemen en dyscalculie. Dit eerste whitepaper over de ZAREKI-R-NL geeft een globaal beeld van het instrument; wat meet het instrument met welke subtests, bij wie kan het ingezet worden, wie kan het instrument afnemen en welke resultaten worden er verkregen.
De zomervakantie is het moment in het jaar waar zowel leerkrachten als leerlingen enorm naar uit kunnen kijken. Zo hoor ik van ouders en leerkrachten dat de leerlingen richting het einde van het schooljaar ‘op hun tandvlees lopen’ en écht toe zijn aan ontspanning en vrije tijd. Ook voor leerkrachten is de zomervakantie een moment waarop ze kunnen ‘bijtanken’. Leerlingen ervaren de zomervakantie vaak als oneindig. Heerlijk ontspannen en leuke dingen doen met vriendjes en vriendinnetjes, uitslapen en géén saai schoolwerk.
Wil jij altijd als eerste op de hoogte zijn van nieuwe whitepapers, webinars, tests, trainingen en aanbiedingen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.